Gambar halaman
PDF
ePub

nakomen der bovenstaende Articulen, binnen een reedelijken tijd geadmitteert werden.

ᎪᎡᎢ . 5.

De Oorlog- en KaperScheepen van de eene en de andere der beide Natien zullen wederzijds, zoo in Europa als in de andere Weerelds-deelen in elkanders respective havens toegelaten worden met hunne Prijzen, welke aldaar zullen mogen ontladen en verkocht worden, naar de formaliteiten gebruikelijk in den Staat, alwaar de prijs zal weezen opgebragt, soo ver het bestaanbaar is met het 22ste Articul van het Tractaat van Commercie; met dien verstande, dat de wettigheid der Prijsen door Nederlandsche Scheepen gemaakt zal beslist worden, naar luid der Wetten en Reglementen, te deezer zake in de Vereenigde NederLanden vastgesteld, gelijk ook die der Prijzen door Americaansche Scheepen gemaakt, zal beoordeelt worden volgens de Wetten en Reglementen bij de Vereenigde Staten van America bepaald.

ᎪᎡᎢ , 6.

Voor het overige zal het aan de Staten Generaal der Vereenigde Nederlanden, als meede aan de Vereenigde Staten van America, vrij staan, zodanige Reglementen te maken als zij zullen oordeelen te behooren; met betrekking tot het gedrag 't geen hunne Scheepen en Kapers weederzijds verpligt zullen weezen te houden, ten opzigt der Scheepen die zij genomen, en opgebragt zullen hebben in de Havens der beide Mogendheeden.

Ten Oirkonde deezes hebben Wij Gedeputeerden en Plenipotentiarissen van de Heeren Staten Generaal der Vereenigde Nederlanden, en Minister Plenipotentiaris der Vereenigde Staten van America, uit kragt van Onze respective Authorisatie en Pleinpouvoir, deeze Onderteekent, en met onze gewoone Cachetten bekragtigt. Gedaan in 's Hage den Agsten October, Een duijsent Seeven hondert twee en tagtig.

[blocks in formation]

sonable time, under sufficient sureties, for the observation of the aforesaid Articles.

ARTICLE 5.

The Vessells of War and Privateers, of One and of the other of the Two Nations, shall be, reciprocally, both in Europe, and in the other Parts of the World, admitted, in the respective Ports of each, with their Prizes, which may be unloaded and sold, according to the Formalities used in the State where the Prize shall have been conducted, as far as may be consistent with the 229 Article of the Treaty of Commerce: Provided always, that the Legality of Prizes, by the Vessells of the Low-Countries, shall be decided conformably to the Laws and Regulations established in the United Netherlands; as likewise, that, of Prizes, made by American Vessells, shall be judged, according to the Laws and Regulations determined by the United States of America.

ARTICLE 6.

More over, it shall be free, for the States-General of the United Netherlands, as well as for the United States of America, to make such Regulations, as they shall judge necessary, relative to the Conduct, which their respective Vessells and Privateers ought to hold, in relation to the Vessells, which they shall have taken and conducted in to the Ports of the two Powers.

In Faith of which, We, the Deputies and Plenipotentaries of the Lords, the States-General of the United-Netherlands, and Minister Plenipotentiary of the United-States of America, have, in virtue of our respective Authorities and Full-Powers, signed these presents and confirmed the same, with the Seal of our Arms. Done at the Hague, the Eight of October, One Thousand Seven Hundred Eighty Two.

L. S. JOHN ADAMS.

6. PUNTEN VAN ONDERHANDELING.

(Zie doorloopend § 15. De overige onderwerpen.)

Aanhef 48*.,,Landen, Staten, Onderdanen en Ingezeetenen." De Schets van Adams had: Burgeren en Onderdaanen." Het voorstel tot verandering, gedaan door Gedeputeerden tot de saken van de Zee, werd door Gedeputeerden tot de Buitenlandsche zaken overgenomen, zoo als verreweg het meeste wat die van de Zee hadden geremarqueerd. Adams antwoordde: „Het (Needer) Duytsche woord Burgeren geeft misschien de precise beteekenis niet te kennen van het woord Citizen, daar de Americanen seer meede ingenomen zijn, doch dewijl de meening dezelfde is, stemd men gereedelijk toe, de woorden Onderdaanen en Ingezeetenen, Subjects and Inhabitants." Secr. Res. S. G. 21 Mei 1782, MS. fol. 187, 20 Aug., f. 354 verso, en 27 Aug., f. 385 vs.

Tusschen art. 1 en 2 tekst en Schets stelden reeds Gedeputeerden tot de saken van de Zee, en dien ten gevolge die tot de Buitenlandsche zaken, een nieuw artikel voor, houdende wederzijdsche geheele vrijheid van handeldrijven 49 ор den voet der meest begunstigde natie. Zij beriepen zich op art. 25 Bestand Ned. Portugal 12 Junij 1641 „in

48* Men vindt op het Rijksarchief, behalve 1. de,,Secreete Resolutien van haar Hoog Mogende" de Staten Generaal, nog de volgende stukken, insgelijks in hs.: 2. Het Tractaat, Hollandsch en Engelsch, met de originele onderteekeningen. Eerst daarachter de drie Formulieren, Hollandsch en Engelsch.

3. De Conventie, Hollandsch en Engelsch, met originele onderteekeningen. De genoemde drie teksten zijn die waarop ik gewerkt heb.

4. De Amerikaansche Ratificatie, Engelsch, inhoudende een wederzijds als juist gewaarmerkt afschrift van het Tractaat, in beide talen, en afschrift der drie Formulieren. De ratificatie zelve is gedrukt Recueil 44 vlgg., en de teksten komen overeen; twee namen der nederlandsche gevolmagtigden zijn in het hs. overgeslagen en in twee andere zijn enkele letters fautief.

5.

Amerikaansche Ratificatie met gewaarmerkt afschrift Conventie, Recueil 54. 6. Aanstelling van Adams als „Commissioner", 29 Dec. 1780, origineel Engelsch, zie boven bl. 20 noot 28.

7. Translaat der Aanstelling.

8.

[ocr errors]

Amerikaansch Zaakgelastigde C. W. F. Dumas aan Hunne Hoog Mogenden, 's Hage 5 Junij 1783. Kennisgeving dat hij de ratificatien zal wisselen. Fransch. De schrijver in Nijhoffs Bijdragen III. III. 160 noemt hem ten onregte C. G. T. Dumas. 49 Die niemand met vrijen handel zal verwarren. Er is hier sprake van be

's Hage", en op art. 10 Amerika Frankrijk. Adams weigerde: hij wilde niet meer doen dan artt. 2 en 3 Schets, als welke gelijk stonden met het fransche Verdrag, en wij namen daarmede genoegen. S. Res. 189 vs., 356 vs., 386, en 17 Sept., f. 428 vs. boven, vgl. 430 recto bened.

Art. 3 tekst en Schets. Bijvoeging der laatste zinsnede. Zie § 15 De overige onderwerpen.

4. Verschil van redactie, zie § 15.

[ocr errors]

Slotbepaling, ibid.

5. Schets 5 en 6. Definitie van ieders eigene wateren, ibid. Onze drie reserves, ibid. Wederkeerigheid, ibid. — Convoyerende

oorlogschepen, ibid., gelet op de kapers.

6. Schets 7. Die van de Zee stelden eene betere voorziening voor, nl. die van ons tractaat 1753 met Napels, art. 39. Adams stemde dadelijk toe. Secr. R. 193 vlg. 360 vlg. 387 vs.

7. Schets 8. Dezelfden stelden voor, en Adams keurde goed, het weglaten van eene bijvoeging in Schets 8. S. R. 195. 361 vs. 387 vs.

[ocr errors]

9. Schets 10. Vrijheid tot het verrigten van eigen zaken, gebruik van tolken en makelaars, op den voet der meest begunstigde natie; wederkeerig.

In Adams' Schets was de redactie verschillend, vooral werden er allerlei kosten, ongelden en verpligt gebruik maken van geprivilegieerde werklieden en andere personen opgeteld, waarvan de zeevarenden zouden vrijgesteld worden. Dat schrapten Gedeputeerden tot de saken van de Zee, als reden opgevende: „zijnde het niet onbillijk, dat, als andere willen employeeren, zij employeeren de geene die de wet daartoe heeft geprivilegieert." Dat verbood de Schets ook niet, maar zij noemde verscheidene van die lastige plagerijen, voor welke men thans gewaarschuwd zou geweest zijn, eenvoudig door het opnoemen. Die van Buitenland, gelijk zoo dikwijls, namen het voorstel van de Zee eenvoudig over.

Adams gaf het niet toe. Het eerste punt was het weglaten van de opsomming der ongerieven waarvan de Amerikanen zouden vrij zijn. Dit schijnt van groote importantie voor de Americanen te zijn", zegt Adams, want Hollanders in Amerika zullen dit voorregt ook wel zonder 't artikel genieten, maar Amerikanen in Holland niet.

letsels, aan bepaalde personen, b. v. als ingezetenen eener minder begunstigde natie, in den weg te leggen, hetgeen door 't ontwerp wordt uitgesloten.

Het tweede en derde punt betrof het opnemen der clausule dat de gezagvoerders der handelsschepen zouden onderworpen zijn aan de gewone havenreglementen, havengelden enz. Adams vond het niet raadzaam, dat de mogendheden zich borg zouden stellen voor 't gedrag hunner onderdanen

50

Het nederlandsche tegenontwerp werd door Adams dadelijk goedgekeurd. Punt 2 en 3 vindt men er niet in, en in punt 1 wordt voorzien door de bepaling van het Verdrag 51: „zullende dezelve... over en weeder, op den Voet van eige Onderdanen, of ten minsten in gelijkheid met de meest gefavoriseerde Natie geconsidereert, en gehandelt worden."

:

S. R. 197 vlg. 362 vlg. 387 vlg.; en 17 Sept., 428. 433 vlg. 10. Vgl. Schets 11. Die van de Zee voegden bij Adams' Schets twee gewigtige punten zij verklaarden uitdrukkelijk dat de aard der haven van herkomst de vrijheid van 't schip niet aandoet, en bedongen dat geconvoyeerde schepen vrij van visitatie zijn; bovendien verklaarden zij uitdrukkelijk, dat die geen contrebande aan boord heeft geheel vrij zou zijn. Alle drie punten zijn in het Verdrag opgenomen. S. R. 198 vlg.

[ocr errors]

Adams had gesproken van Paspoort en Certificaat 52 waarvan hij dan ook de formulieren overgelegd had. Die van de Zee maakten daarvan: „Zeebrieven en verdere bescheiden in het 26e" (thans 25o) ,,Art. beschreven." Ook dit werd aangenomen. Ibid.

50

11. Alles tot en met .. als wettige Prijs worden geconfisqueert"

[ocr errors]

Hier het slechte Translaat van Adams' antwoord: ,,Dog het schijnt ongepast te zijn, dat het publicq vertrouwen van den Souverein zoude instaan voor het goed en voorsichtig gedrag van hunne onderdaanen op zoo een distantie, en wanneer buyten derselver bereik zijn, en daar door het zelve te subjecteeren aan het verwijt van overtreeding der Tractaaten in gevolge van diergelijke indiscretien en disobedientien." S. R. 388. Het engelsch indiscretions and disobediences, dat de translateur niet verstaan heeft, schijnt nog door de vertaling heen.

51 Gelijkluidend met het contra-project, zoo als doorgaande, behoudens orthographie en diergelijke. Mijne aanhalingen uit het definitive Verdrag zijn overal naar het origineel hs. op 't Rijksarchief (2 en 3 bl. 54 noot 48*).

52

...,,niet alleenlijk haare Pasporten te exhibeeren, maar insgelijks Certificaaten, expresselijk aantoonende, dat haare Goederen niet zijn van het getal diergeene, dewelke als contrabande verboden zijn."

« SebelumnyaLanjutkan »