Gambar halaman
PDF
ePub

Men werpe niet tegen dat eigendom en handelsvrijheid van den neutralen handelaar, zelfs blokade-ontduiker, ongedeerd moet blijven zoolang hij de regtsvormen voor zich heeft. De grootste autoriteiten in zeeregt en staatkunde hebben eene gelijksoortige maar veel sterkere tegenwerping te regt onbepaald afgewezen. De amerikaansche minister Marcy en de Bremer zeeregtsagitatie verlangden eerbiediging van alle particulier eigendom ter zee, onder toejuiching van den handel. Maar Lord Palmerston weigerde op onweêrlegbare gronden zijne medewerking. Zijne redenen voldoen den billijken en kundigen Heffter, die zeker niet ongunstig jegens de onzijdigen schrijft 7. Wat meer is, zij voldoen Hautefeuille, den warmen voorstander der neutralen, den sterk vooringenomene tegen Engeland, en zij voldoen hem in die mate, dat hij veeleer zelf, meer dan een jaar vóór Lord Palmerstons antwoord schrijvende, en geheel uit het oogpunt der theorie, dezelfde redenen gebruikt 3. En zeker verdient het particulier eigendom ter zee, van onschuldige particulieren of van handelaren in 't algemeen, veel meer belangstelling dan dat goed voor hetwelk men volgens de morele overtuiging van alle partijen de kans van grove winst of van opgebragt worden gewaagd heeft maar zich met de letter van het regt weet te dekken 9.

Hoe nu verbetering van den toestand der neutralen te verkrijgen, ondanks al de genoemde beletselen? In 't algemeen zeker door billijkheid en goede trouw zoowel der publicisten als der onzijdige regeringen, en door eene werkzame diplomatie. Maar hier, en misschien zelfs in 't algemeen bij de theorie, moet dit punt ter zijde blijven en daarentegen worden nagegaan, wat stelsel en praktijk, zoo als de oorlogvoerenden die plegen te handhaven, thans medebrengen. Hier komt men dus op het gebied der uitspraken van prijsregters als Marriott, Jenkinson, Lord Stowell, op dat der strenge noordamerikaansche praktijk sedert 1861 welke voor de toekomst aan de oud-engelsche,

'Heffter 459 vlgg., Anlage IX, die Bremer Seerechts-Agitation, en aldaar Palmerstons verklaring van 3 Februarij 1860. Zie hierachter § 9 D. Vooruitz. d. Kaapv. 8 Histoire 504 vlgg. (1858).

Zie omtrent het bovenstaande ook de nog niet gesloten eng.-amer. correspondentie, Times 22 Aug. 1863 New-York and the Bahamas" en een hoofdartikel Times 24 Aug. 1863.

oorlogvoerende belangen een verpletterend gewigt bijzet. Engeland althans is altijd ruiterlijk met het oorlogsregt in al zijne hardheid te voorschijn gekomen; het heeft niet, gelijk zoo menige andere staat, met de neutralen koor gemaakt tot aan den eersten eigen oorlog en dan het tegendeel zijner vorige beginselen in praktijk gebragt, en nu het bij uitzondering eens zelf neutraal is laat het, met zekere ironie misschien, den traditionelen voorvechter der neutralen het uiterste oorlogsregt uitputten. De uitspraken van Stowell en Jenkinson, de leer van Phillimore, die gister voor den Engelschman tegen den onzijdige golden, laat hen vrij ook heden van kracht zijn tegen den neutralen Engelschman ; er komt een morgen, dat ze weder voor het oorlogvoerend Engeland tegenover de neutralen kunnen gelden. Wij zijn er ver van af, de tegenwoordige hooghartige engelsche staatkunde in verdenking te willen brengen, of te meenen, dat zoodanige berekening bij haar de voornaamste of zelfs eene gewigtige beweegreden is. In tegendeel, wij zijn overtuigd dat het kabinet Palmerston Russell opregt en krachtig er naar streeft de beste staatkunde in praktijk te brengen: de eerlijkheid, volgens het overbekende engelsche spreekwoord. Maar die politiek brengt met dat al het genoemde voordeel mede, en Amerika heeft, voor een onbepaald langen tijd, zijn regt van spreken tegenover Engeland geheel verloren, terwijl de andere neutralen althans hun verwijt van onregtvaardigheid in hooge mate zullen moeten inkrimpen.

Het stelsel der oorlogvoerenden is trouwens niet in den geest van ons amerikaausch verdrag; zoo het er mede in aanraking komt, dan moet het zijn als tegenstelling, als hinderpaal. Wel waren in 1782 èn Amerika, èn wij zelven, in oorlog, maar èn wij, èn Amerika, gelijk de Gewapende Neutraliteit zelve 10, verdedigden de beginsels der onzijdigen, en die worden dan ook in het verdrag terug gevonden.

10 Eerste russische verklaring, 28 Febr. 1780 (Heffter 269):

1. Que les vaisseaux neutres puissent naviguer librement de port en port sur les côtes des nations en guerre; ons verdrag art. 10 aanhef;

2. Que les effets appartenans aux sujets des dites puissances en guerre soient libres sur les vaisseaux neutres à l'exception des marchandises de contrebande: 11 tegen het einde;

3. Que l'impératrice se tient quant à la fixation de celles-ci à ce qui est énoncé dans l'art. 10 et 11 de son traité de commerce avec la Grande-Bretagne en étendant

Wat ons belang aangaat, èn thans èn voor zooverre zich de toekomst laat voorzien, het is klaarblijkelijk dat van het regt tegenover de magt, van den neutrale tegenover den oorlogvoerende, den handelaar tegenover den krijgsman, de minder groote mogendheden tegenover de groote. Het is denkbaar, dat wij als oorlogvoerenden eenige baat zouden kunnen vinden bij het toepassen der oorlogsbeginsels op den amerikaanschen handel. Maar die voordeelen verzinken in 't niet bij diegene welke wij genieten indien èn Amerika èn alle natien onzen handel naar de neutrale stellingen behandelen.

Het toekomstig belang van Amerika is minder duidelijk. Maar indien het mogelijk is dat de Unie mogt afwijken van het neutrale stelsel, dan is het zooveel te meer ons belang vast te houden aan de overeenkomst waardoor Noord-Amerika tegenover ons verbonden is zich aan dat stelsel te houden.

Het regt zelf, dat de oorlogvoerende eischt, is dat geen neutraal, staat of particulier, eenig oordeel velle over de regtvaardigheid van zijnen oorlog en evenmin in eenig opzigt zijne oorlogsstelling tegen zijnen vijand benadeele.

Hiertegen zullen wij den neutraal zien vorderen, dat hij onverhinderd zijns wegs moge gaan, en dat de oorlogsramp, zich alleen tot de oorlogvoerenden beperkende, hem ongemoeid late.

Beide eischen te vervullen gaat onmogelijk zamen. En het betreft hier niet enkel eene grensscheiding 11 dezer beide regten, om dat woord te gebruiken, maar het wezen der zaak zelf. Een groot deel van het menschdom is thans onderling zoo naauw verbonden dat iedere handeling van

ces obligations à toutes les puissances en guerre; zie Rusl.-Eng. art. 11 § 13 Oorlogscontrebande. Ons verdrag bepaalt op zeer weinig na hetzelfde, art. 24: het voegt „Soldaten, Paarden en toerusting van Paarden” bij de lijst van contrebande;

4. Que pour déterminer ce qui caractérise un port bloqué on n'accorde cette dénomination qu'à celui où il y a par la disposition de la puissance qui l'attaque avec des vaisseaux arrêtés et suffisamment proches, un danger évident d'entrer; art. 24 slot; 5. Que ces principes servent de règle dans les procédures et dans les jugements sur la légalité des prises; artt. 11, 13, Conv. 5.

11 Hautefeuille doet niet veel meer dan dat wanneer hij b. v. I. 311, II. 213 vordert dat oorlogvoerende en onzijdige zich alleen van regtstreeksche middelen tot het bereiken van hunne doeleinden en het handhaven van hun oorlogs- of neutraliteitsregt zullen bedienen.

grooten omvang allen aandoet. Door oorlog lijden allen, in meerdere of mindere mate. De meest wettige handel van den neutraal levert altijd aan de eene of andere partij middelen van bestaan, verbetert daardoor hare positie, en dat is gewoonlijk voor de eene partij aanmerkelijk voordeeliger dan voor de andere. Buitendien is de grens tusschen strict wettigen handel en regtstreeks begunstigen van den éénen oorlogvoerende moeijelijk te trekken, want het is toch op zich zelf volkomen geoorloofd den éénen oorlogvoerende met die artikelen te voorzien waaraan hij dringende behoefte heeft, b. v. met zout, met granen, en juist het veroorzaken dier behoefte is dikwijls een der middelen waardoor zijne tegenpartij hem tracht te dwingen.

Wij meenen daarom dat hier geene eenheid te verkrijgen is dan misschien op den langzamen weg van het conventioneel regt, en gelooven derhalve dat voor elken grooteren zeeoorlog de zaak èn van het gezigtspunt der oorlogvoerenden èn van dat der neutralen beschouwd moet worden, omdat zij althans nog zeer lang door de staten, de regtspersonen, van die twee onvereenigbare oogpunten uit in praktijk zal worden gebragt. .

3. OOGPUNT DER NEUTRALEN.

,,Humanity and justice demand that the calamities incident to war should be strictly limited to the belligerents themselves, and to those who voluntarily take part with them; but neutrals abstaining in good faith from such complicity ought to be left to pursue their ordinary trade with either belligerent, without restrictions in respect to the articles entering into it." De amerikaansche minister Marcy aan den franschen gezant Sartiges en andere gemagtigden der Parijsche declaranten, 28 Julij 1856, slot.

De regten der onzijdigen, door redenering gevonden, en ter invoering in de praktijk aanbevolen, zijn volgens Heffter 12 de onderstaande. Zijne redenering is deze: Alle staten zijn gelijk. Ook de onderdanen van een neutralen staat behoeven in volle zee geene bevelen van andere

12 Bl. 313 vlgg.

staten af te wachten; ook niet van den oorlogvoerende, zoolang de neutraal geene stoornis veroorzaakt in diens oorlogsstelling tegen zijnen vijand 13. Een oorlogswetboek ter zee bestaat thans niet; slechts geweld heeft een zamenstel van usanties ingevoerd en gehandhaafd, hetwelk regtens onbestaanbaar is tegen de ware beginsels der regtvaardigheid, voortvloeijende uit de gelijkheid en onafhankelijkheid der staten, en uit de algemeene regten van den mensch." Dus: 1. Geene beperking dan door werkelijke blokade 14.

2. Aanhouding in volle zee alleen tot vertoon der regelmatige scheepspapieren. Deze moeten uitwijzen, dat het schip neutraal is en geenen verscholen vijand aan boord heeft. Zoo niet, beslagneming tot aan zekeren termijn tot aanvulling van volkomen bewijs, en daarna eventueel verbeurdverklaring.

3. Niets is contrebande 15. Alleen kan neutraal eigendom in dat geval in beslag worden genomen, dat het aan den vijand tot oorlogshulp" zou kunnen dienen 16.

4. Reclames van neutralen tegen in beslag nemen of verbeurd verklaren hunner schepen moeten door arbiters uit andere staten beslist worden 17.

[ocr errors]

Tot zoover Heffter. Natuurlijk denkt hij er niet aan de geldigheid van deze stellingen als bestaande te doen voorkomen; maar hij oordeelt haar wenschelijk en stelt haar als een doel der ontwikkeling van het internationaal regt.

Hautefeuille, die steeds voor de neutralen opkomt, erkent natuurlijk dat de blokade effectief moet zijn, haalt daarvoor ook de Parijsche verklaring aan en legt er te regt nadruk op, dat deze ook van Engeland

13 De neutraal mag ,,den kriegerischen Besitzstand des Ersteren, seinem Feinde gegenüber, nicht stören." Bl. 314.

14 Vgl. Parijsche verkl. 4.

15 ,,A due regard to the fair claims of neutrals would seem to require some modification, if non an abandonment" (dit laatste is blijkbaar zijne bedoeling),,of the doctrine in relation to contraband trade." Marcy's dépêche, 28 Julij 1856, bl. 22 ben.

16

17

Vgl. pruiss.-amer. verdr. 1785 art. 13.

Internationale prijsraden schijnen verkieslijker, vooral indien het uitvoerbaar is, ze in elk bijzonder geval te versterken door werkelijke vertegenwoordigers dier natiën waartoe partijen behooren,

« SebelumnyaLanjutkan »